Morbus de Quervain
|
Anamnese
Tijdens de anamnese zal een patiënt pijn aangeven bij bewegingen die rek of aanspanning van de EPB en APL geven. Bij ulnairdeviatie van de pols gecombineerd met flexie van de duim glijden deze pezen maximaal naar distaal, bijvoorbeeld bij inschenken met een waterkan of een jampot opendraaien. De klachten zijn vaak geleidelijk ontstaan door repeterende bewegingen zoals schoonmaken of typen.
Tijdens de anamnese zal een patiënt pijn aangeven bij bewegingen die rek of aanspanning van de EPB en APL geven. Bij ulnairdeviatie van de pols gecombineerd met flexie van de duim glijden deze pezen maximaal naar distaal, bijvoorbeeld bij inschenken met een waterkan of een jampot opendraaien. De klachten zijn vaak geleidelijk ontstaan door repeterende bewegingen zoals schoonmaken of typen.
Onderzoek
Bij lichamelijk onderzoek is de patiënt vaak goed in staat om het meest pijnlijke punt specifiek te lokaliseren ter hoogte van het processus styloideus van de radius. Palpatie van de eerste loge is provocerend. De functie van de EPB kan worden getest door een actieve extensie van het CMC1 gewricht te vragen met het IP gewricht van de duim ontspannen. De APL abduceert de duim, door de pols in lichte flexie te positioneren kan de functie van de APL gedifferentieerd worden van de m.opponens pollicis en m.abductor pollicis brevis in de duimmuis. De test van Finkelstein is een veel gebruikte provocatietest voor Quervain. Bij ulnairdeviatie in de pols gecombineerd met flexie in de duim wordt de herkenbare pijn geprovoceerd. |
Differentiaal diagnose
Een belangrijke differentiaal diagnose bij vermoeden van Quervain, is het intersectiesyndroom. Dit is een stenoserende tenosynovitis van de pezen van de tweede loge (m.extensor carpi radialis longus en brevis) over de spierbuiken van de eerste loge (APL en EPB). Bij een intersectiesyndroom is de pijn ongeveer 4 cm proximaal van het tuberculum van Lister gelokaliseerd. De pijn wordt met name geprovoceerd door flexie van de pols. Plotselinge zware training -bijvoorbeeld veel klippen tijdens roeitraining- kan deze klacht veroorzaken. Therapie is hierbij gericht op rust voor de pols.
Een belangrijke differentiaal diagnose bij vermoeden van Quervain, is het intersectiesyndroom. Dit is een stenoserende tenosynovitis van de pezen van de tweede loge (m.extensor carpi radialis longus en brevis) over de spierbuiken van de eerste loge (APL en EPB). Bij een intersectiesyndroom is de pijn ongeveer 4 cm proximaal van het tuberculum van Lister gelokaliseerd. De pijn wordt met name geprovoceerd door flexie van de pols. Plotselinge zware training -bijvoorbeeld veel klippen tijdens roeitraining- kan deze klacht veroorzaken. Therapie is hierbij gericht op rust voor de pols.
Therapie
Conservatieve therapie bij Quervain bestaat uit rust voor de pezen in de eerste loge voor een periode van zes weken. Deze rust kan gerealiseerd worden door een spalk die de pols in lichte extensie en de duim in oppositie fixeert met het IP gewricht vrij (afbeelding 1; Ilyas 2009 ). In de eerste periode draagt de patiënt de spalk dag en nacht, maar verwijdert deze minimaal vier keer per dag om peesglijdoefeningen binnen de pijngrens uit te voeren. Het is belangrijk om te bespreken dat alleen het dragen van een spalk onvoldoende rust geeft: als steeds tegen de spalk in bewogen wordt, kan de pijnklacht juist toenemen. Adviezen voor aanpassen van activiteiten zijn daarom essentieel. Cryotherapie kan het herstel ondersteunen. Het werkingsmechanisme berust hierbij niet op verminderen van een ontstekingsreactie, maar op verminderen van het uittreden van bloed en eiwitten uit de nieuwe capillairen die gevormd zijn. |
Na zes weken therapie is het goed om het effect te evalueren door middel van VAS pijn score en functionele vragenlijsten zoals de PSK. Indien de klachten zijn afgenomen, kan de spalk geleidelijk worden afgebouwd over een periode van drie weken. Oefeningen worden gedaan om de pols in neutrale positie te handhaven en de belastbaarheid van de arm te verhogen. De therapeut kan de patiënt begeleiden bij activiteiten opbouwen en recidief vermijden. Een voorbeeld hiervan is ulnair deviatie in de pols vermijden bij de 'shift' toets tijdens typen door de hele arm over de tafel te schuiven.
Indien de pijnklachten aanhouden ondanks immobilisatie in de spalk en vermindering in activiteiten, is het goed om contact op te nemen met de huisarts. De huisarts kan dan een corticosteroïdeninjectie in de eerste loge geven, of verwijzen voor een injectie of chirurgische release van de eerste loge.
Indien de pijnklachten aanhouden ondanks immobilisatie in de spalk en vermindering in activiteiten, is het goed om contact op te nemen met de huisarts. De huisarts kan dan een corticosteroïdeninjectie in de eerste loge geven, of verwijzen voor een injectie of chirurgische release van de eerste loge.
|
|
|